FLANSUM

08 Augustus 2010, 11:08

De naam Flansum

De naam Flansum komt van Flaersim en zal zeker genoemd zijn naar een flaer, en wat is dan een flaer?

Het boek Nederlandse Plaatsnamen zegt erover:
Flansum, 1474 Flaersim; misschien een samenstelling van heem 'woonplaats' en vledder 'laag moerassig land' . Zie Barnflair en Vledder.
Over Vledder ( Drenthe) zegt Nederlandse Plaatsnamen: Vledder, ca.1313 Vledder, betekent 'moerassig land', Gronings:'fledder' , overgang van moerasveen naar hoogveen, Westfries:'fledder' , 'fladder' , moerassig land.

Het boek Toponimen en toponimyske eleminten zegt van Flânsum:
1.= flear ( plant)
2.= turf
3.= flear, d.i. leech sompich ( fean)lân, tinne laach fean
4.= út fladder: d.i. lân dat der bytiden ûnderstrûpt.

Van De Flearen in o.a. Baarderadeel, Franekeradeel en Utingeradeel zegt het:
Oare foarmen: De Flaaren, De Flaren, De Vlaren, De Vlaere, De Vlaren.
ferklearring: sompich lân ( dat der bytiden ûnderstrûpte)

Van het woord flear als element zegt het boek:
flear:
1.= leech sompich, wetterich lân dat der bytiden ûnderstrûpt
2.= plantesoart ( Lat. Sambucis nigra)
3.= turf
4.= leechfeanlân mei tinne laach fean.

Andere plaatsen met het woord flaar zijn b.v. Vlaardingen, Fleringen ( bij Tubbergen O. ), Flieren ( bij Gendt Gld).

Een andere onderzoeker die veel toponimen en namen beschreven en verklaard heeft was Jan Tuttel uit Drenthe.
Uit zijn beschrijving neem ik:
Als een beekdal aan hoogveen of 'venige' heide grensde, kreeg het venige overgangsstuk de veldnaam vledder of vlier. Deze namen kunnen tot verwarring leiden, want vleer en vledder hoor je in de Groninger tongval ook gebruikt worden voor de vlierboom of vlierstruik. In Drenthe zijn als veld- en straatnamen o.m. bekend de Vledders, Vledder en met een andere spelling, Fledders. Onder Westdorp komen naast elkaar de veldnamen Fleermaden en Vledderveenstukken voor. Wel een omgeving met veel bekende veldnamen, want oostelijk van de Fleermaatsweg ligt naast de Lange Ma ook de Hullens. Wie de ' code' kent, leert Drenthe beter kennen.

Tussen 1760 en 1770 maakt een zekere Rintie Reins een beschrijving van kerken en kloosters. Daarin zegt hij dat hij aantekeningen vond over de bouw van een kapel te Flansum.
In 1240 leefden te Flansum Tamme Ritskes en zijn zuster Amalia en zij stichtten en bouwden daar een kappelle met vier huizen, aan welk Godshues zij de naam Flansum gaven.

Dit alles bij elkaar genomen kom ik tot de conclusie dat de naam Flaersim zeer oud is en zijn naam al had toen het als woonterp aan een veenriviertje lag. Dat veenstroompje voerde het regenwater af van het zuidwesten naar het noorden, waar het in de Moesel stroomde.
De flaer was dan het oevergebied van dat veenstroompje tussen het water en het hoogveen, dat af en toe onder water liep. Dat zal geweest zijn toen het grote veengebied ten zuiden van Flansum nog niet ontgonnen was en nog zo'n 2 à 3 meter hoger dan nu was.
Daarmee denk ik dat Flaersim tussen 600 en 800 zijn naam al gekregen heeft.

De boerderijen van Flansum.

Voor het jaar 0, en dus voor de Romeinse tijd was hier al bewoning in dit gebied. Op diverse plaatsen in en om Flansum en onder de afgegraven terp zelf zijn scherven gevonden van aardewerk van voor het jaar nul. Die woonplaats Flansum is ontstaan op de noordelijke oever van een klein riviertje op de grens van het hoge veengebied.
Dat grote veengebied ten zuiden van Flansum was toen nog hoog, maar er woonden toen ook al mensen op dat veen. En ze bewerkten het, ook met greppels. Dat kon je goed zien toen men de tochtsloot verbreedde, zo'n 40 jaar geleden.
Met dat bewerken en ontwateren van dat veen vernielde men ook zijn eigen woonplaats, want het veen begon te zakken. Men kreeg last van het water. Zo'n 150 jaar na het begin van de jaartelling, hadden de mensen in heel Friesland en het kustgebied zoveel last van het water, dat de meesten hier verdwenen.
Omstreeeks het jaar 400 kwamen hier weer nieuwe mensen op de hoogten en soms ook op de oude terpen wonen. Zij zullen ook de Flansumer terp weer zijn gaan bewonen. Er zal één of meerdere boerderijen gesticht zijn om vee te houden.
Af en toe zal de woonplaats verhoogd zijn en weer een nieuwe boerderij gebouwd en langzaam aan werd het een terp. Ook het hoge erf waar Fam. Brandse woont is zo'n oude vroegbewoonde terp. En ook de terp bij Fam. Jacob van der Hoek lijkt zo'n bewoonde verhoging in het aangeslibde kleiland.

Die eerste boerderijen op de Flansumer terp zullen boven op de terp gestaan hebben. De boerderijen die er nu staan, zijn er later neergezet en staan er eigenlijk omheen. Van die vroege huizen op de terp zijn in elk geval twee waterputten gevonden en meerdere fundamenten.
Op de Kadastrale Atlas fan Fryslân van 1832 staat de boerderij, die midden op de terp stond, nog getekend. Dat was bij de viersprong op de kant van Fam. Roorda. Aan de andere kant, op het land van Fam. Haringsma, tegen de sloot met T de Wolff zijn twee fundamenten van boerderijen gevonden. De buitenste daarvan, bij de oude betonbrug was de Hansma state. Op het land van deze Hansma State is later de boerderij van T. de Wolff gebouwd. Die werd dus een eindje van de terp af verplaatst.
Aan het eind van de 19e eeuw en in het begin van de 20e eeuw is de hele Flansumer terp afgegraven en de meeste sporen van bewoning en bebouwing zijn toen verdwenen.

HET VERHAAL VAN BOERDERIJ LEAREWEI 24

De boerderij, waar nu Addy Birkhoff en Ruurd Heiszeler wonen en daarvoor de familie Hylkema en daar weer voor de familie Geert Hellinga. Bij deze boerderij hoort nu geen land meer en het is alleen nog een woning.
Op sommige kaarten staat hij genoemd als: Anna's Hoeve. Die naam schijnt te komen van Pieter Hellinga, wiens vrouw Anna heette. Zij waren toen eigenaar van de boerderij. Op het dak heeft met zwarte dakpannen lang P S H gestaan: Pieter Sytse Hellinga.
Deze boerderij staat op een bijzondere plek in het land en ik denk te weten waarom deze boerderij juist op deze plek is komen te staan.
De andere boerderijen van Flansum staan rondom de oude terp en de boerderijen van de Learewei staan apart en hebben ook hun eigen verhaal. Die boerderijen van de Learewei staan in een stukje vroegere inpoldering.
Boerderij Learewei 24 staat wel al van zeer ouds op die plek, maar niet op een huisterp en dat heeft een stukje geschiedenis.
De terp van Flansum is ontstaan op de oever van een veenstroompje dat het water van de kant van het Poppenwierster bûtlân naar de Moesel bracht. De Opfeart om het erf van Brunia is er nog een deel van, en dan liep het water door Hellinga's Opfeart naar boerderij Learewei 24. Vandaar liep het water naar de hoek van de Hegedyk, de Van Zwol boerderij, nu Gerard de Jong.

Omstreeks 800- 900 is het land achter Flansum in kultuur gebracht door er sloten in te graven. Daardoor is de grond, bestaande uit veen, begonnen te zakken. Om te voorkomen dat het hele gebied onder water liep door het opkomende water van Boorn en Moesel is er een dijkje aangelegd van Jirnsum naar Flansum. En ook één van Flansum naar Raerd, de oude Flansumerdyk. Dat eerste dijkje van Jirnsum naar Flansum lag ongeveer waar de tochtvaart nu ligt en dan naar boerderij Learewei 24. Op de plaats waar dat dijkje, het veenstroompje kruiste kwam een zijl. Dat was dus op deze plaats.
Zo'n zijl moest ook bediend worden en daarom zal daar toen een huis op die plek gekomen zijn, En dat huis stond mooi aan de binnenkant van die eerste polderdijk.
Lang zal die zijl niet gewerkt hebben, want binnen 100 of 200 jaar daarna is de Hegedyk aangelegd en kon het gebied tussen Flansum en de Hegedyk ingepolderd worden.
Toen is Learewei 24 ook boerderij geworden want een paar stukken land van dat ingepolderde gebied kwamen bij deze boerderij te horen. Dat was tot en met de ruilverkaveling van 1970 nog zo, maar later is het verkocht.
Boerderij Learewei 24 is dus eigenlijk de Flansumerzijl.

Titus de Wolff
Flânsum, Raerd.


kaart Flansum


Wetenschappelijke reacties welkom.



Reactie van heike op 14 September 2010, 19:24

hoi titus! interessant!



Naam:
Email: